Geschiedenis van de achternaam Ulijn, teruggevoerd tot 1727 in het Duitse Beieren.
De roots van het geslacht Ulijn liggen in Beieren en gaan terug tot diep in de middeleeuwen. Vooral in de plaatsen Eichenbuhl en Miltenberg zijn tot op de dag van vandaag nog naamdragers te vinden. Zij gaan door het leven met achternamen als Uhlein, Uhle en varianten daarop.
Onze stamvader waar alle Nederlandse Ulijnen van afstammen is Franciscus Joseph Uhlein die op 23 januari 1727 in Miltenberg in de Jacobuskerk wordt gedoopt. Zijn ouders zijn Franciscus Theodorus Uhle en Maria Juliana Mohr.
Het gezin bestaat uit 6 kinderen, keurig verdeeld in drie jongens en drie meisjes. Franciscus Joseph is de op-een-na oudste.
Omstreeks het midden van de achttiende eeuw komt onze Franciscus Joseph, die zich Franciscus gaat noemen, als chirurgijn met het leger van generaal Denvie naar Nederland. Hier wordt hij in de garnizoenplaats in 's-Hertogenbosch gelegerd. Naar alle waarschijnlijkheid zullen er tussen de kazernes van 's-Hertogenbosch en Grave (militaire) contacten zijn geweest, want hij leert vanuit Den Bosch de dan in Grave wonende Barbara van Empel - gedoopt te Oss op 20 juli 1731 - kennen. Zelf woont Franciscus dan in Lith, alwaar hij als chirurgijn en vroedmeester de kost verdient. Als dorpschirurgijn ontvangt hij van het Lithse dorpsbestuur 15 Gulden per jaar om de armen te consulteren.
Franciscus en Barbara besluiten om te gaan trouwen. Het huwelijk wordt op 1 november 1752 in Den Bosch en Grave beklonken.
Lang duurt dit huwelijk niet, want op 20 maart sterft Barbara in het kraambed en wordt begraven. Het jonggeboren kind is haar vijf dagen eerder voorgegaan.
Werd bij zijn huwelijk in 's-Hertogenbosch zijn naar als Ulin genoteerd, bij de opgave van zijn vrouw en kind is de Duitse tongval zeer herkenbaar aanwezig. De naam wordt zodoende als Ulain vastgelegd.
De oudste bekende handtekening van Franciscus is die uit 1755 als hij op 5 mei hertrouwt met Alegonda van susteren (gedoopt te Lith op 19 januari 1732). Dan tekent hij als Francis Uleyn.
Groot was de verwarring bij de Lithse pastoor die dit echtbaar in zijn huwelijksboek bijschreef als Franciscus Uleyn en Barbara van Susteren, waarbij de voornaam was verward met zijn eerste vrouw Barbara van Empel.
Het gezin van Franciscus en Alegonda wordt gezegend met 11 kinderen, 5 jongens en 6 meisjes. Een jongen en een meisje sterven als jong kind, de rest zwerft uit door heel Nederland. Drie van de zoons worden naamdragers van alle Ulijnen in Nederland.
Franciscus Theodorus, gedoopt te Lith op 24 maart 1759. Hij werd net als zijn vader chirurgijn en is de stamvader van de Osse tak van de Ulijn-familie.
Atonius, gedoopt te Lith op 2 november 1763. Hij werd heel- en vroedmeester en is de stamvader van de Pijnackerse tak van de Ulijn-familie.
Op 21 februari 1795 wordt Alegonda in Lith begraven.
Zeven weken later wordt Franciscus (bij de eerste democratische verkiezingen) op 13 april 1795 tot schepen van Lith gekozen, hij blijft dit tot 13 januari 1799. Hij woont dan in de Engwijk in Lith.
Na het overlijden van zijn tweede vrouw, trouwt Franciscus voor de derde keer, dit keer met Maria de Lommer (gedoopt te Dreumel op 9 maart 1746). Het huwelijk vindt plaats te Lith, op 13 maart voor de Lithse pastoor.
Voor de schepenen van Lith geven ze op 18 juli van dat jaar hun ja-woord.
Franciscus sterft op 12 februari 1813 op 86-jarige leeftijd. Hij is tot dat moment nog steeds chirurgijn en woont aan de Varkensmarkt te Lith.
Zijn derde echtgenoot overleeft hem 17 jaar. Zij sterft op 23 maar 1830 te Lith.